In het vak Beeld kregen we als eerstejaars studenten de opdracht om een fantasiedier te maken. We begonnen met een eenvoudige ballon. Het was de bedoeling om die ballon op de blazen en er met papier maché mee te werken. Zijn oren zijn bij mij gemaakt uit kippenhaas. zijn snoet is gemaakt met WC-rolletjes en propjes krantenpapier. Wanneer de vormgeving klaar is, mag je beginnen met schilderen. Ik heb mijn fantasiedier geschilderd met plakkaatverf, maar het mocht ook met acrylverf.
Op deze foto's kan je zien hoe mijn fantasiedier er uitziet.
De achterkant van mijn fantasiedier is eruit gesneden, omdat het de bedoeling is dat je hem als masker gebruikt bij de kleuters.
Om te weten hoe je met papier maché moet werken, kan je kijken op:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Papier-mach%C3%A9
Fruit
Beeld is een zeer belangrijk aspect in het kleuteronderwijs.
Daarom kregen we de opdracht om verschillende fruitsoorten over te nemen.
Deze banaan is getekend in potlood.
Deze peer is gemaakt met waterverf.
Deze sinaasappel is gemaakt met krijtpastels.
Deze appel is gemaakt met kleurpotloden.
Deze appel is gemaakt met houtskool.
deze halve appel is gemaakt met bister.
Daarom kregen we de opdracht om verschillende fruitsoorten over te nemen.
Deze banaan is getekend in potlood.
Deze peer is gemaakt met waterverf.
Deze sinaasappel is gemaakt met krijtpastels.
Deze appel is gemaakt met kleurpotloden.
Deze appel is gemaakt met houtskool.
deze halve appel is gemaakt met bister.
Koffer
Om als toekomstige kleuterleidster op stage te gaan, moet je goed voorbereid zijn en veel in je mars hebben.
Wanneer je toekomt in de klas, moeten de kleuters eigenlijk al onmiddellijk aandacht hebben voor jou en nieuwsgierig zijn.
Aan de hand van een koffer is dat goed.
Ik heb in mijn koffer voor eenvoud gekozen.
Kinderen houden van eenvoud, maar ook van leuke kleuren.
Aan de voorkant heb ik gekozen voor een aap. Een aap is een aantrekkelijk dier voor kleuters. Wanneer kleuters een aap mogen nadoen, zijn ze grappig, doen ze gek. Daarom zijn kinderen vaak gefascineerd door apen. Apen kunnen op allerhande manieren in en uit een boom klimmen, omgaan met elkaar, omgaan met mensen, kijken, wandelen en noem maar op.
Aan de achterkant van mijn koffer staat er een olifant. Deze olifant is zeer eenvoudig getekend. Maar kleuters houden ook van olifanten. Olifanten zijn speciaal, zijn geen gewone dieren zoals een kat en een hond. Ze hebben wel een staart, maar hebben ook een lange slurf, die hen zeer uniek maakt. Olifanten zijn dan het tegenovergestelde van apen. Apen houden er niet van om stil te staan, maar willen bewegen en kunstjes uitvoeren. Olifanten daarintegen staan liever stil in plaats van kunstjes te doen.
Wanneer je toekomt in de klas, moeten de kleuters eigenlijk al onmiddellijk aandacht hebben voor jou en nieuwsgierig zijn.
Aan de hand van een koffer is dat goed.
Ik heb in mijn koffer voor eenvoud gekozen.
Kinderen houden van eenvoud, maar ook van leuke kleuren.
Aan de voorkant heb ik gekozen voor een aap. Een aap is een aantrekkelijk dier voor kleuters. Wanneer kleuters een aap mogen nadoen, zijn ze grappig, doen ze gek. Daarom zijn kinderen vaak gefascineerd door apen. Apen kunnen op allerhande manieren in en uit een boom klimmen, omgaan met elkaar, omgaan met mensen, kijken, wandelen en noem maar op.
Aan de achterkant van mijn koffer staat er een olifant. Deze olifant is zeer eenvoudig getekend. Maar kleuters houden ook van olifanten. Olifanten zijn speciaal, zijn geen gewone dieren zoals een kat en een hond. Ze hebben wel een staart, maar hebben ook een lange slurf, die hen zeer uniek maakt. Olifanten zijn dan het tegenovergestelde van apen. Apen houden er niet van om stil te staan, maar willen bewegen en kunstjes uitvoeren. Olifanten daarintegen staan liever stil in plaats van kunstjes te doen.
Voorleesmoment basisschool
Op school kregen we de opdracht om te observeren en te participeren in de eerste en tweede graad van het lager onderwijs. Ik volg mijn stage in de vrije basisschool te Kanegem in het 1e leerjaar en het 3e-4e leerjaar.
Het is de bedoeling dat we hetzelfde boek voorlezen in beide graden. Omdat het verschil in leeftijd te groot is, moet mijn opdracht na het voorlezen aangepast worden.
In het eerste leerjaar wordt het boek voorgelezen per 3 pagina's en mogen de kinderen om beurt een van de prenten in de juiste volgorde komen leggen. Dit verhaal wordt 2 maal voorgelezen.
In het derde en vierde leerjaar wordt het boek volledig voorgelezen, waarna de kinderen alle prenten onmiddelijk in de juiste volgorde moeten leggen. Als dat gebeurd is, mogen de kinderen rond elke prent hun eigen verhaal vertellen.
Meer informatie over de school vind je op:
http://www.kbo-tielt.be/aarsele/
Hoe wil ik graag kleuterleidsters of basisscholen in de toekomst?
Later wil ik kleuterleidster worden en naar mijn mening heb je daar een paar vaardigheden voor nodig. Vaardigheden zoals empathie, sociaal zijn, initiatief nemen, geduld hebben,... Ik kan er zo wel honderden opsommen. Maar voor mij is de belangrijkste vaardigheid creativiteit.
Creativiteit op vlak van knutselen, tekenen, schilderen enz., maar ook op vlak van omgaan met kinderen, je moet kunnen inspelen op de kinderen. Als er zich een gebeurtenis plaatsvindt, moet je als kleuterleidster (maar ook als leerkracht van het lager onderwijs) creatief kunnen inspelen op die gebeurtenis. Dat kan positief, maar ook negatief zijn.
Een voorbeeld van een positieve gebeurtenis is een geboorte van kleine zus of broer. Als leerkracht kan je dan bijvoorbeeld met de klas op bezoek gaan, een knutselwerk maken voor kleine zus/broer,...
Een voorbeeld van een negatieve gebeurtenis is het overlijden van een huisdier. Als leerkracht kan je dan bijvoorbeeld een godsdienstmoment houden (een stiltemoment met de klas) of een verhaaltje voorlezen over hoe een kind omgaat met verlies.
De school zou naar mijn mening later nog meer gericht zijn op het kind. Tegenwoordig wordt er als leerkracht alleen of heel veel aandacht gegeven aan de klas (door activiteiten te organiseren, stiltemomenten, verhaaltjes voorlezen, naar het toilet gaan, ...) maar ik vind dat je dan als leerkracht ook veel aandacht moet besteden aan het kind individueel.
Creativiteit op vlak van knutselen, tekenen, schilderen enz., maar ook op vlak van omgaan met kinderen, je moet kunnen inspelen op de kinderen. Als er zich een gebeurtenis plaatsvindt, moet je als kleuterleidster (maar ook als leerkracht van het lager onderwijs) creatief kunnen inspelen op die gebeurtenis. Dat kan positief, maar ook negatief zijn.
Een voorbeeld van een positieve gebeurtenis is een geboorte van kleine zus of broer. Als leerkracht kan je dan bijvoorbeeld met de klas op bezoek gaan, een knutselwerk maken voor kleine zus/broer,...
Een voorbeeld van een negatieve gebeurtenis is het overlijden van een huisdier. Als leerkracht kan je dan bijvoorbeeld een godsdienstmoment houden (een stiltemoment met de klas) of een verhaaltje voorlezen over hoe een kind omgaat met verlies.
De school zou naar mijn mening later nog meer gericht zijn op het kind. Tegenwoordig wordt er als leerkracht alleen of heel veel aandacht gegeven aan de klas (door activiteiten te organiseren, stiltemomenten, verhaaltjes voorlezen, naar het toilet gaan, ...) maar ik vind dat je dan als leerkracht ook veel aandacht moet besteden aan het kind individueel.
Pesten
Ik vind pesten niet kunnen. Pesten gebeurt heel vaak, zowel in de lagere school als in het middelbaar. Vaak worden kinderen gepest omwille van hun uiterlijk: anderen vinden hen te dik, ze dragen een bril, dragen minder modieuze kleren, ...
Ik vind dat pestgedrag moet aangepakt worden. Kinderen mogen niet bang zijn om te vertellen dat ze gepest worden. Ze moeten het gevoel van veiligheid krijgen, waardoor ze sneller iets zullen toegeven en dan weten ze dat er aan gewerkt zal worden.
Zowel het kind dat pest als de kinderen die 'meelopen' moeten volgens mij een gesprek aangaan met een leerlingenbegeleider of leerkracht.
Ik zou graag eens jullie mening horen over pesten op school.
Ik vind dat pestgedrag moet aangepakt worden. Kinderen mogen niet bang zijn om te vertellen dat ze gepest worden. Ze moeten het gevoel van veiligheid krijgen, waardoor ze sneller iets zullen toegeven en dan weten ze dat er aan gewerkt zal worden.
Zowel het kind dat pest als de kinderen die 'meelopen' moeten volgens mij een gesprek aangaan met een leerlingenbegeleider of leerkracht.
Ik zou graag eens jullie mening horen over pesten op school.
Abonneren op:
Posts (Atom)